Het grootste gevaar voor boeren in de jaren 1880 was economische uitbuiting door rijke leden en instellingen in de samenleving.
Met welk gevaar liepen boeren in de 19e eeuw?
Boeren hadden aan het eind van de 19e eeuw met veel problemen te maken. Deze problemen omvatten overproductie, lage oogstprijzen, hoge rentetarieven, hoge transportkosten en groeiende schulden.
Met welk gevaar liepen boeren?
Er waren verschillende basisfactoren bij betrokken: uitputting van de bodem, de grillen van de natuur, overproductie van basisgewassen, achteruitgang in zelfvoorziening en gebrek aan adequate wettelijke bescherming en hulp.
Wat zijn enkele problemen waarmee boeren aan het eind van de 19e eeuw te maken kregen?
Enkele van de ontberingen waarmee grensboeren in het midden tot het einde van de 19e eeuw te maken hadden, waren overstromingen, branden, sneeuwstormen, sprinkhanen die in korte tijd gewassen konden vernietigen, plagen en bandieten.
Hoe was de landbouw in de 19e eeuw?
Landbouw. De boeren zouden een variëteit aan gewassen verbouwen en welke gewassen werden verbouwd, hing af van waar de boer woonde. De meeste boeren zouden tabak, tarwe, gerst, haver, rijst, maïs, groenten en meer verbouwen. De boeren hadden ook veel verschillende soorten vee, zoals kippen, koeien, varkens, eenden, ganzen en meer.