Tijdens aerobe cellulaire ademhaling reageert glucose met zuurstof, waarbij ATP wordt gevormd dat door de cel kan worden gebruikt. Kooldioxide en water worden gecreëerd als bijproducten Bij cellulaire ademhaling reageren glucose en zuurstof tot ATP. Water en koolstofdioxide komen vrij als bijproducten.
Produceert ademhaling zuurstof en water?
Cellulaire ademhaling zet zuurstof en glucose om in water en koolstofdioxide. Water en koolstofdioxide zijn bijproducten en ATP is energie die door het proces wordt omgezet.
Maakt fotosynthese of ademhaling water?
Fotosynthese maakt de glucose die wordt gebruikt bij de cellulaire ademhaling om ATP te maken. De glucose wordt vervolgens weer omgezet in koolstofdioxide, dat wordt gebruikt bij de fotosynthese. Terwijl water wordt afgebroken om zuurstof te vormen tijdens fotosynthese, wordt bij cellulaire ademhaling zuurstof gecombineerd met waterstof om water te vormen
Maakt cellulaire ademhaling water als afvalstof?
Het belangrijkste product van cellulaire ademhaling is ATP; afvalproducten bevatten koolstofdioxide en water.
Hoeveel water wordt er geproduceerd bij cellulaire ademhaling?
Tijdens het proces van cellulaire ademhaling worden er zes watermoleculen geproduceerd voor elk verteerd glucosemolecuul.