Moet je voorzetsels in een titel met een hoofdletter schrijven?

Inhoudsopgave:

Moet je voorzetsels in een titel met een hoofdletter schrijven?
Moet je voorzetsels in een titel met een hoofdletter schrijven?

Video: Moet je voorzetsels in een titel met een hoofdletter schrijven?

Video: Moet je voorzetsels in een titel met een hoofdletter schrijven?
Video: Capitalization Rules: Capitalization of a Title 2024, December
Anonim

Voorzetsels. … In het geval van een AP-titel moeten voorzetsels van vier of meer letters (zoals tussen, boven en onder) met een hoofdletter worden geschreven. De Chicago Manual of Style zegt echter dat alle voorzetsels kleine letters moeten worden, ongeacht hun lengte.

Welke woorden mogen niet met een hoofdletter in een titel worden geschreven?

Woorden die niet met een hoofdletter in een titel mogen worden geschreven

  • Artikelen: a, an, & the.
  • Coördinaten voegwoorden: voor, en, noch, maar, of, toch & zo (FANBOYS).
  • Voorzetsels, zoals bij, rond, door, na, langs, voor, van, van, op, naar, met & zonder.

Zijn korte voorzetsels in titels met een hoofdletter?

Welke woorden in een titel of kop moeten bij gebruik van hoofdletters met hoofdletters en welke woorden niet met een hoofdletter? Het korte antwoord is: Maak een hoofdletter van het eerste woord en alle zelfstandige naamwoorden, voornaamwoorden, werkwoorden, bijwoorden en bijvoeglijke naamwoorden. Alle lidwoorden, (korte) voorzetsels en bepaalde voegwoorden in kleine letters.

Gebruik je koppeltekens in een titel met een hoofdletter?

Voor verbindingen met koppeltekens wordt het volgende aanbevolen: Maak altijd een hoofdletter van het eerste element … Als het eerste element slechts een voorvoegsel is of een combinatievorm die niet op zichzelf kan staan als een woord (anti, pre, etc.), gebruik geen hoofdletters voor het tweede element, tenzij het een eigennaam of een eigen bijvoeglijk naamwoord is.

Wat moet in een titel met een hoofdletter worden geschreven?

Capitaliseer het eerste en het laatste woord van titels en ondertitels Zet zelfstandige naamwoorden, voornaamwoorden, bijvoeglijke naamwoorden, werkwoorden (inclusief werkwoorden zoals "spelen met"), bijwoorden en ondergeschikte hoofdletters voegwoorden (hoofdwoorden). Artikelen in kleine letters (a, an, the), coördinerende voegwoorden en voorzetsels van vier letters of minder.

Aanbevolen: