En de -en aan het einde laat zien dat het woord een werkwoord is met de betekenis van iets veroorzaken. Dus ontmoedigen betekent " iemands 'hart' laten afnemen." We waren ontmoedigd door het nieuws van nog meer huisuitzettingen.
Is ontmoedigd een bijvoeglijk naamwoord of een werkwoord?
adjectief. /dɪsˈhɑːtnd/ /dɪsˈhɑːrtnd/ verloren hoop of vertrouwen synoniem ontmoedigd.
Wat voor soort woord is ontmoedigd?
verloren vertrouwen, hoop en energie: Ze was erg ontmoedigd door de resultaten van de test.
Hoe gebruik je ontmoedigd in een zin?
Ontmoedigd voorbeeld van een zin
Balak, nu volkomen ontmoedigd, verliet zijn project helemaal. …
Hij was teleurgesteld, maar niet ontmoedigd. …
Ik hoop dat je niet al te ontmoedigd zult zijn door sommige opmerkingen. …
Tegen die tijd raakten de Japanners ontmoedigd.
Is ontmoedigend een woord?
Om hoop of enthousiasme te verliezen; disspirit. Zie Synoniemen bij ontmoedigen. ontmoedigend·ly adv. onvrede n.
Ontmoedigd voorbeeld van een zin. Balak, nu volkomen ontmoedigd, verliet zijn project helemaal. Hij was teleurgesteld, maar niet ontmoedigd. Ik hoop dat je niet al te ontmoedigd zult zijn door sommige opmerkingen . Wat is de betekenis van de ontmoedigden?
"Broesmaken" kan ook een bijwoord zijn, of een zelfstandig naamwoord (hoewel, als je technisch wilt zijn, "broeierig" als zelfstandig naamwoord eigenlijk een gerundium is, wat een werkwoord dat zich voordoet als een zelfstandig naamwoord).
werkwoord (gebruikt met object), phag·o·cy·tosed, phag·o·cy·tos·ing . Wat is het werkwoord voor fagocytose? overgankelijk werkwoord.: te consumeren door fagocytose . Wat betekent fagocytose? Fagocytose: het proces waarbij een cel deeltjes zoals bacteriën, andere micro-organismen, verouderde rode bloedcellen, vreemde stoffen, enz.
go cahoots, om gelijk te delen; partners worden: ze gingen onder één hoedje met de oprichting van de winkel. Ga ook in cahoot met, ga in cahoots. onder één hoedje / onder elkaar, in partnerschap; in competitie . Is Cahoot een zelfstandig naamwoord?
werkwoord (gebruikt met object), re·mit·ted, re·mit·ting. om te verzenden of te verzenden (geld, een cheque, enz.) naar een persoon of plaats, meestal tegen betaling. verslappen; verminderen; ontspannen: de waakzaamheid afdragen. … Kan opdracht een zelfstandig naamwoord zijn?