: nooit ophouden: continue, onophoudelijke onophoudelijke inspanningen onophoudelijke waakzaamheid.
Waar komt het woord onophoudelijk vandaan?
unceasing (adj.)
late 14c., from un- (1) "not" + onvoltooid deelwoord van ophouden (v.). Gerelateerd: Onophoudelijk (medio 14c.).
Is er een woord Onophoudelijk?
niet ophouden of stoppen; continu: een onophoudelijke stroom van kritiek.
Hoe gebruik je onophoudelijk in een zin?
Mijn nobele vriend heeft daar onophoudelijk voor gewerkt Het heeft onophoudelijk gevochten om te proberen het verdriet en de droefheid te verlichten van de menigte mensen die een litteken zijn op onze samenleving. Gedurende deze lange periode werkte hij onophoudelijk om een betere en effectievere dienstverlening te bieden aan mensen in nood.
Wat is een synoniem voor onophoudelijk?
Synoniemen van 'onophoudelijk'
Onophoudelijke regen maakte de omstandigheden bijna ondraaglijk. doorgaan. eindeloos. onherstelbare schade aanrichten in een schijnbaar eindeloze oorlog. continu.