Voor cosinus: Het voorvoegsel "co-" (in "cosinus", "cotangens", "cosecans") is gevonden in Edmund Gunter's Canon triangulorum (1620), dat definieert de cosinus als een afkorting voor de sinus complementi (sinus van de complementaire hoek) en definieert de cotangens op dezelfde manier.
Waar komt de term cosinus vandaan?
cosinus (n.)
in trigonometrie, 1630s, samentrekking van co. sinus, afkorting van Middeleeuws Latijn complementi sinus (zie complement + sinus). Het woord werd gebruikt in het Latijn c. 1620 door de Engelse wiskundige Edmund Gunter.
Waar komen de woorden sinus en cosinus vandaan?
De term "trigonometrie" is afgeleid van het Griekse τρίγωνον trigōnon, "driehoek" en μέτρον metron, "maat". Het moderne woord "sine" is afgeleid van het Latijnse woord sinus, wat "baai", "boezem" of "vouw" betekent, is indirect, via Indiase, Perzische en Arabische transmissie, afgeleid van de Griekse term khordḗ "strijkstok, akkoord ".
Is het zonde of cos?
Als je de eenheidscirkel gebruikt, is de sinus van een hoek t gelijk aan de y-waarde van het eindpunt op de eenheidscirkel van een boog met lengte t, terwijl de cosinus van een hoek t gelijk is aan de x-waarde van het eindpunt.
Waarom wordt sinus sinus genoemd?
Het woord "sine" (Latijn "sinus") komt van een Latijnse verkeerde vertaling door Robert van Chester van het Arabische jiba, wat een transliteratie is van het Sanskrietwoord voor half het akkoord, jya-ardha.