overgankelijk werkwoord. 1: om zich af te wenden, te ontmoedigen of te voorkomen dat ze iets doet, laat ze zich niet afschrikken door bedreigingen. 2: rem schilderen om roest af te schrikken.
Is er zo'n woord als afschrikken?
de•ter. v.t.t. -terred, -ter•ring. 1. om te ontmoedigen of te weerhouden van handelen of handelen: De hond schrikte indringers af.
Wat is afschrikking eenvoudige woorden?
: de handeling of het proces van afschrikking: zoals. a: de remming van crimineel gedrag door angst, vooral voor straf. b: het handhaven van militaire macht met het doel nucleaire afschrikking voor aanvallen te ontmoedigen.
Is vastberadenheid een woord?
De handeling van het voorkomen: afschrikking, verhindering, onderdrukking, uitsluiting, preventie.
Wat betekent afschrikken in een zin?
om te ontmoedigen of te weerhouden van handelen of handelen: De grote hond schrikte indringers af. voorkomen; controleren; arrestatie: hout behandeld met creosoot om rot tegen te gaan.