/ (ˈnjuːklɪɪn) / zelfstandig naamwoord. elk van een groep eiwitten die fosfor bevatten, die voorkomen in de kernen van levende cellen.
Is Nucleïne een echt woord?
Nucleïne betekenis
Elk van de stoffen die aanwezig zijn in de kern van een cel, voornamelijk bestaande uit eiwitten, fosforzuren en nucleïnezuren. … Materiaal uit de kern van een cel, beschouwd als een enkele stof toen het voor het eerst werd geïsoleerd in de late jaren 1800, maar later bleek het te bestaan uit DNA en geassocieerde eiwitten.
Wie heeft Nucleïne genoemd?
Nucleïnedefinitie. De term die werd gebruikt door Friedrich Miescher om het nucleaire materiaal te beschrijven dat hij in 1869 ontdekte, dat tegenwoordig bekend staat als DNA.
Waarom heette DNA oorspronkelijk Nucleïne?
Miescher noemde zijn ontdekking 'nucleïne', omdat hij het uit de celkernen had geïsoleerd Tegenwoordig staat zijn ontdekking bekend als deoxyribonucleïnezuur (DNA). … Door de volgorde of volgorde van de nucleotiden in DNA kan nucleïnezuur coderen voor de genetische blauwdruk van een organisme.
Wat ontdekte Friedrich Miescher?
In 1869, toen hij werkte onder Ernst Hoppe-Seyler aan de Universiteit van Tübingen, ontdekte Miescher een stof die zowel fosfor als stikstof bevat in de kernen van witte bloedcellen die worden aangetroffen in pus.