Iso-elektronische ionen zijn ionen met hetzelfde aantal elektronen. Het aantal protonen en neutronen kan echter per iso-elektronische soort verschillen. Iso-elektronische soorten hebben dus een verschillende atoomstraal.
Hoe verhoudt de grootte van een iso-elektronische soort zich?
Voor iso-elektronische soorten nemen ionische stralen af met toename van de nucleaire lading (d.w.z. het aantal protonen). Dus het kation met een grotere +ve lading zal een kleinere straal hebben en het anion met een grotere -ve lading zal een grotere straal hebben.
Welke iso-elektronische soort heeft de grootste maat?
Vandaar dat N3− de grootste is.
Waarom verschillen iso-elektronische soorten in grootte?
Iso-elektronische soorten zijn die atomen of ionen die hetzelfde aantal elektronen hebben. Alle leden hebben 10 elektronen maar een verschillend aantal protonen. Grootte van de soort neemt af met toenemende protonen.
Zijn iso-elektronische ionen even groot?
Iso-elektronische serie. Een iso-elektronische reeks is een groep van atomen/ionen met hetzelfde aantal elektronen … Aangezien het aantal elektronen hetzelfde is, wordt de grootte bepaald door het aantal protonen. Al heeft 13 protonen, dus de kernlading is het grootst en trekt de elektronen dichterbij, dus de kleinste.