Antropometrie verwijst naar het meten van het menselijk individu. Een vroeg instrument van de fysieke antropologie, het is gebruikt voor identificatie, met als doel het begrijpen van menselijke fysieke variatie, in paleoantropologie en in verschillende pogingen om fysieke met raciale en psychologische eigenschappen te correleren.
Wat bedoel je met antropometrische metingen?
Antropometrische metingen zijn een reeks kwantitatieve metingen van spieren, botten en vetweefsel die worden gebruikt om de samenstelling van het lichaam te beoordelen De kernelementen van antropometrie zijn lengte, gewicht, body mass index (BMI), lichaamsomtrek (taille, heup en ledematen) en dikte van de huidplooi.
Wat zijn de 4 antropometrische metingen?
Vier antropometrische maten worden algemeen geregistreerd in de gezondheidszorg: gewicht, lengte, middelomtrek (taille) en heupomtrek (heup) Daarnaast zijn er twee quotiënten afgeleid van deze metingen, body mass index (BMI, gewicht kg/lengte2 m2) en taille-heupverhouding (taille/heup) zijn vaak gebruikt.
Wat zijn 5 antropometrische metingen?
Antropometrische metingen inclusief gewicht, lengte, body mass index (BMI), lichaamsomtrek (arm, taille, heup en kuit), taille-tot-heupverhouding (WHR), elleboogamplitude en knie-hiel lengte.
Wat zijn de meest voorkomende antropometrische metingen?
Enkele veelvoorkomende antropometrische metingen zijn:
- Hoogte of lengte.
- Gewicht.
- Mid-upper arm omtrek (MUAC)
- Demi-spanwijdte of armspanwijdte.
- Kniehoogte.
- Zithoogte.
- Dikte huidplooi.
- Hoofdomtrek.