Een test met 100% specificiteit zal 100% van de patiënten identificeren die de ziekte niet hebben. Een test die 90% specifiek is, zal 90% van de patiënten identificeren die de ziekte niet hebben. Tests met een hoge specificiteit ( a high true negative rate) zijn het meest bruikbaar als het resultaat positief is.
Is het beter om een hoge sensitiviteit of een hoge specificiteit te hebben?
Een highly sensitive test betekent dat er weinig fout-negatieve resultaten zijn, en dus minder ziektegevallen worden gemist. De specificiteit van een test is het vermogen om een persoon die geen ziekte heeft als negatief aan te wijzen. Een zeer specifieke test betekent dat er weinig fout-positieve resultaten zijn.
Wat is een goed niveau van sensitiviteit en specificiteit?
Een test is pas bruikbaar als de sensitiviteit+specificiteit minstens 1,5 is (halverwege tussen 1, wat nutteloos is, en 2, wat perfect is). Prevalentie heeft een kritische invloed op voorspellende waarden. Hoe lager de pretest-waarschijnlijkheid van een aandoening, hoe lager de voorspellende waarden.
Hoe interpreteer je specificiteit?
Specificiteit is het percentage mensen ZONDER ziekte X dat een NEGATIEVE bloedtest heeft. Een test die 100% specifiek is, betekent dat alle gezonde personen correct als gezond worden geïdentificeerd, d.w.z. er zijn geen valse positieven.
Wat betekent een specificiteit van 50%?
Specificiteit: van de 50 gezonde mensen heeft de test alle 50 correct aangewezen. Daarom is de specificiteit 50 gedeeld door 50 of 100% Volgens deze statistische kenmerken, deze test is niet geschikt voor screening; maar het is geschikt voor de definitieve bevestiging van een ziekte.