Voorbeelden van door in een zin. Voorzetsel Hij sloeg de spijker door het hout. Ze keek door de verrekijker. De kogel was door zijn hand gegaan.
Wat is een voorbeeld van door?
Through wordt gedefinieerd als in aan de ene kant of einde en uit aan de andere. Een voorbeeld van een doorgang is een trein die de afstand van een tunnel aflegt.
Hoe gebruik je through?
Through kan worden gebruikt als een voorzetsel, een bijwoord en een bijvoeglijk naamwoord Het heeft verschillende betekenissen, waaronder "van de ene kant naar de andere", "van begin tot eind,’ en ‘gedurende een hele periode’: hij fietste door de deur de straat op. Je moet het boek doorlezen als je voorbereid wilt zijn op de les.
Hoe gebruik je door en door in een zin?
(1) Hij is door en door Brits. (2) Mijn moeder is door en door Iers. (3) Ben je door en door klaar met je werk? (4) We zijn al zo lang vrienden dat ik je door en door ken.
Wat voor soort toespraak is door?
through voorzetsel, adverb (PLACE)