Factieve werkwoorden worden gebruikt om de resulterende toestand of toestand aan te geven (bekend als het objectcomplement) van een persoon, plaats of ding (het directe object) veroorzaakt door de actie van het werkwoord. Voorbeelden van feitelijke werkwoorden zijn kiezen, benoemen, maken, kiezen, achten, toewijzen, benoemen, selecteren, beoordelen en aanwijzen.
Wat is feitelijk object?
Een werkwoord aanduiden dat de status van een vaststaand feit toekent aan zijn object (normaal gesproken een clausaal object), b.v. weten, betreuren, kwalijk nemen. In tegenstelling tot contrafactief, niet-factief. 'Dit komt omdat kennis en directe waarnemingspredikaten feitelijk zijn, in die zin dat ze de waarheid van hun complementen veronderstellen. '
Wat is een verwant object in de Engelse grammatica?
In de taalkunde is een verwant object (of verwant accusatief) een object van een werkwoord dat etymologisch verwant is aan het werkwoord … Bijvoorbeeld, in de zin Hij sliep een onrustige slaap, slaap is het verwante object van het werkwoord sliep. De passieve is Een onrustige slaap werd door hem geslapen.
Wat is taalfeitelijk?
Definitie: Factitive is de semantische rol van een referent die voortvloeit uit de actie of toestand geïdentificeerd door een werkwoord.
Wat is het complement van het object?
In de grammatica is een objectcomplement een predicatieve uitdrukking die volgt op een direct object van een attributief ditransitief werkwoord of resultatief werkwoord en dat het directe object van de zin aanvult door het te beschrijven. Objectcomplementen zijn bestanddelen van het predikaat.