zelfstandig naamwoord, meervoud i·tin·er·ar·ies. een gedetailleerd plan voor een reis, vooral een lijst met te bezoeken plaatsen; reisplan.
Hoe heet een reisplan?
1: de route van een reis of toer of de voorgestelde schets van één. 2: een reisgids. 3: een reisdagboek.
Wat is de werkwoordsvorm van reisroute?
itinerate . (intransitief) Om van plaats naar plaats te reizen, vooral om te prediken of lezingen te geven.
Wat zijn de 3 soorten reisroutes?
Er zijn drie soorten eenvoudige routes:
- Eenrichtingsverkeer (OW) Je vliegt van ergens (je vertrekpunt) naar ergens anders (je bestemming).
- Retour- of retourvlucht (RT) U vliegt van uw vertrekpunt naar uw bestemming (wat voor retourtarieven ook het keerpunt wordt genoemd) en vervolgens terug naar uw vertrekpunt. …
- Open kaak (PB)
Hoe gebruik je een reisschema in een zin?
Reisvoorbeeld zin
- We moeten een bezoek aan Parijs in het reisschema opnemen. …
- Hij verzuimde zijn reisschema te bespreken, maar gaf vrijuit commentaar op hoe hij van het weekend had genoten. …
- Rafael liet een gedetailleerd reisschema achter bij zijn ouders, zodat ze zich geen zorgen hoefden te maken terwijl hij door Peru reisde.