Logo nl.boatexistence.com

Wat zijn onveranderlijke bijvoeglijke naamwoorden in het Spaans?

Inhoudsopgave:

Wat zijn onveranderlijke bijvoeglijke naamwoorden in het Spaans?
Wat zijn onveranderlijke bijvoeglijke naamwoorden in het Spaans?

Video: Wat zijn onveranderlijke bijvoeglijke naamwoorden in het Spaans?

Video: Wat zijn onveranderlijke bijvoeglijke naamwoorden in het Spaans?
Video: Spanish adjective word order 2024, Mei
Anonim

Onveranderlijke bijvoeglijke naamwoorden, waarvan er maar weinig in het Spaans zijn, zijn bijvoeglijke naamwoorden die niet van vorm veranderen in vrouwelijke en meervoudsvormen Traditioneel zijn de namen van veel kleuren de meest voorkomende onveranderlijke bijvoeglijke naamwoorden, hoewel ze in modern gebruik vaak worden behandeld als gewone bijvoeglijke naamwoorden.

Wat is een onveranderlijk bijvoeglijk naamwoord?

Sommige bijvoeglijke naamwoorden staan bekend als onveranderlijk, wat betekent ze veranderen helemaal niet Voor kastanje en oranje hoeft niets te worden toegevoegd om de vrouwelijke en meervoudsvormen te vormen, bijv.: je porte un pullover marron - Ik draag een bruine trui. elle a des lunettes orange - ze heeft een oranje bril.

Hoe vervoeg je bijvoeglijke naamwoorden in het Spaans?

Enkelvoud of meervoud: Spaanse bijvoeglijke naamwoorden overeenkomen

  1. Voeg –s toe aan enkelvoudige bijvoeglijke naamwoorden die eindigen op een klinker. Alto (hoog) wordt bijvoorbeeld altos, en interesante (interessant) wordt interesantes.
  2. Voeg –es toe aan enkelvoudige bijvoeglijke naamwoorden die eindigen op een medeklinker.

Wat is een bepaler in de Spaanse grammatica?

Een bepaler kwalificeert of bepa alt de betekenis van een zelfstandig naamwoord door begrippen als hoeveelheid of bepaaldheid uit te drukken. Determinanten worden meestal vóór het zelfstandig naamwoord geplaatst. Determinanten zijn het altijd eens in geslacht en getal met de zelfstandige naamwoorden die ze wijzigen.

Wat zijn 4 bijvoeglijke naamwoorden in het Spaans?

Spaanse lijst met bijvoeglijke naamwoorden

  • Bonita (mooi): Las mujeres bonitas. meervoud/vrouwelijk.
  • Deliciosa (heerlijk): Unas manzanas deliciosas. …
  • Feliz (gelukkig): Una familia feliz. …
  • Triste (verdrietig): Un abuelo triste. …
  • Pequeño (klein): Un gato pequeño. …
  • Bueno (goed): Un hotel bueno. …
  • Malo (slecht): Un televisor malo. …
  • Viejo (oud): Un taxi viejo.

Aanbevolen: