Overgangswoorden kunnen worden gebruikt om een tegenstrijdigheid, een beperking of een tegengesteld standpunt aan te duiden:
- In plaats van.
- Hoewel dit waar kan zijn.
- Integendeel.
- In tegenstelling.
- Ondanks.
- In werkelijkheid.
- Nogmaals.
- Ook al.
Wat is een contradictie-overgang?
Oppositie / Beperking / Tegenspraak
Overgangszinnen zoals maar, eerder en of, geven aan dat er bewijs is van het tegendeel of wijzen op alternatieven, en introduceren zo een verandering van redenering (contrast).
Wat zijn enkele voorbeelden van overgangswoorden?
En, in toevoeging naar, bovendien, bovendien, bovendien, dan, ook, en, nog een, even belangrijk, eerste, tweede, enz., alweer, verder, laatste, tenslotte, niet alleen-maar ook, in de tweede plaats, vervolgens, eveneens, eveneens, feitelijk, daardoor, bijgevolg, op dezelfde manier, bijvoorbeeld, bijvoorbeeld, …
Wat zijn de 5 voorbeelden van overgangen?
Overgangsapparaten
- Van toevoeging. Voorbeelden: ook, bovendien, bovendien, bovendien, enz. …
- Van contrast. Voorbeelden: echter, toch, niettemin, daarentegen, niettemin, in plaats daarvan, enz. …
- Van vergelijking. Voorbeelden: evenzo, evenzo. …
- Van resultaat. Voorbeelden: dus, dus, dus, etc. …
- Tijd. Voorbeelden:
Wat zijn de overgangswoorden?
Overgangswoorden zijn woorden als 'en', 'maar', 'dus' en 'omdat' Ze laten je lezer de relatie zien tussen zinnen, zinnen of zelfs alinea's. Wanneer u ze gebruikt, maakt u het voor uw lezers gemakkelijker om te begrijpen hoe uw gedachten en ideeën met elkaar verbonden zijn. … De tweede zin gaat het effect beschrijven.