De omtrek zal altijd even zijn, omdat de lengte wordt vermenigvuldigd met 2, waardoor het even wordt, en wordt opgeteld bij de breedte die is vermenigvuldigd met 2, waardoor het ook wordt ook al. Maar als zowel de lengte als de breedte oneven zijn, dan zal het gebied oneven zijn, wat betekent dat het onmogelijk is dat de omtrek hetzelfde is als het gebied.
Kunnen vormen dezelfde oppervlakte en omtrek hebben?
Een tweedimensionale gelijke vorm (of perfecte vorm) is er een waarvan de oppervlakte numeriek gelijk is aan de omtrek. Een rechthoekige driehoek met zijden 5, 12 en 13 heeft bijvoorbeeld een oppervlakte en omtrek die beide een eenheidsloze numerieke waarde van 30 hebben.
Zal een vierkant altijd dezelfde oppervlakte en omtrek hebben?
Elke rectangle zal altijd meer van deze blokken aan de buitenkant hebben dan een vierkant van hetzelfde gebied. Dit bewijst dat een rechthoek altijd een grotere omtrek zal hebben dan een vierkant met dezelfde oppervlakte. Dit houdt in dat als een rechthoek en een vierkant dezelfde omtrek hebben, de rechthoek een kleinere oppervlakte moet hebben.
Kan de omtrek kleiner zijn dan de oppervlakte?
De omtrek is altijd groter, behalve één (Vorm G). … Het gebied en de omtrek zijn hetzelfde. Hetzelfde gebeurde als je een rechthoek hebt met een lengte van 6 en een breedte van 3. Tabel 3 (ze hebben hun school niet gegeven) hebben gekeken naar het vinden van een vorm met een omtrek die numeriek twee keer zo groot is als de oppervlakte.
Neemt de omtrek toe met de oppervlakte?
Als je begint met een rechtlijnige vorm, als je het gebied vergroot, de omtrek zal toenemen.