Genetische experimenten hebben aangetoond dat een aminozuur in feite wordt gecodeerd door een groep van drie basen of codon.
Hoeveel basen zitten er in een codon?
Ze toonden aan dat een korte mRNA-sequentie - zelfs een enkel codon ( drie basen) - nog steeds aan een ribosoom kon binden, zelfs als deze korte sequentie niet in staat was de eiwitsynthese te sturen. Het aan ribosoom gebonden codon zou dan basenpaar kunnen maken met een bepaald tRNA dat het aminozuur droeg dat door het codon werd gespecificeerd (Figuur 2).
Uit welke basen bestaat een codon?
Codons bestaan uit elke tripletcombinatie van de vier stikstofbasen adenine (A), guanine (G), cytosine (C) of uracil (U). Van de 64 mogelijke codonsequenties specificeren 61 de 20 aminozuren waaruit eiwitten bestaan en drie zijn stopsignalen.
Waarom heeft een codon 3 basen?
Het nucleotide-triplet dat codeert voor een aminozuur, wordt een codon genoemd. Elke groep van drie nucleotiden codeert één aminozuur Aangezien er 64 combinaties van 4 nucleotiden zijn, drie tegelijk en slechts 20 aminozuren, is de code gedegenereerd (meer dan één codon per aminozuur, in de meeste gevallen).
Wat zijn de 4 codons?
Deze sequentie is opgedeeld in een reeks van drie-nucleotide-eenheden die bekend staan als codons (Figuur 1). De drieletterige aard van codons betekent dat de vier nucleotiden die in mRNA worden gevonden - A, U, G en C - in totaal 64 verschillende combinaties kunnen produceren.