Om de twee verschillende situaties uit te drukken, gebruikt het Engels twee verschillende voorzetsels: in of into. Om hetzelfde idee uit te drukken, gebruikt het Duits één voorzetsel - in - gevolgd door ofwel de accusatief (beweging) of de datief (locatie).
Welk voorzetsel is van toepassing op de accusatief of de datief?
Tweeledige voorzetsels vereisen zelfstandige naamwoorden in de accusatief of in de datief. Er zijn 10 voorzetsels in twee richtingen: an, auf, hinter, in, neben, entlang, über, unter, vor, zwischen.
Welk voorzetsel is altijd van toepassing op de accusatief?
Een accusatief voorzetsel wordt altijd gevolgd door an object (een zelfstandig naamwoord of voornaamwoord) in de accusatief.
Gaan alle voorzetsels altijd voor de datief?
Simpel gezegd, dative voorzetsels worden bepaald door de datief. Dat wil zeggen, ze worden gevolgd door een zelfstandig naamwoord of nemen een object in de datief. In het Engels nemen voorzetsels de objectieve naamval (object van het voorzetsel) en alle voorzetsels hebben dezelfde naamval.
Is een accusatief of datief?
In de eenvoudigste bewoordingen is de accusatief het directe object dat de directe impact van de actie van het werkwoord ontvangt, terwijl de datief een object is dat onderhevig is aan de impact van het werkwoord in een indirecte of incidentele manier.