Hoe doe je een thoracocentese hond?

Hoe doe je een thoracocentese hond?
Hoe doe je een thoracocentese hond?
Anonim

Een naald en spuit worden ingebracht tussen de geselecteerde ribben en in de pleuraholte pleuraholte In de fysiologie verwijst intrapleurale druk naar de druk in de pleuraholte. Normaal gesproken is de druk in de pleuraholte iets lager dan de atmosferische druk, die bekend staat als negatieve druk. https://en.wikipedia.org › wiki › Intrapleural_pressure

Intrapleurale druk - Wikipedia

. De zuiger wordt teruggetrokken, waardoor de vloeistof, lucht of gas in de spuit wordt gezogen. Het monster wordt overgebracht naar een flesje. Vervolgens wordt een verlengslang aan de spuit bevestigd om de vloeistof uit de borst- of pleuraholte af te voeren.

Waar kan een hond een thoracentese krijgen?

De hond of kat wordt, indien mogelijk, vastgehouden door een of twee assistenten in een sternale positie. De gebruikelijke plaats voor thoracocentese is de 7e of 8e intercostale ruimte, die kan worden gelokaliseerd door terug te tellen vanaf de 13e rib.

Hoe wordt een thoracentese gedaan?

Thoracentese is een procedure waarbij een naald wordt ingebracht in de pleuraholte tussen de longen en de borstwand om overtollig vocht uit de pleuraholte te verwijderen, zodat u gemakkelijker kunt ademen. Thoracentese is een procedure waarbij een naald wordt ingebracht in de pleurale ruimte tussen de longen en de borstwand.

Waar zou u uw naald plaatsen voor een thoracentese?

Waarschuwingen en veel voorkomende fouten bij thoracentese

Zorg ervoor dat u de thoracentese-naald net boven de bovenrand van de rib plaatst en niet onder de rib, om te voorkomen dat de intercostale bloedvaten en zenuwen aan de onderrand van elke rib.

Hoe help je thoracentese?

Breng een klein steriel verband aan op de prikplaats nadat de naald of katheter is verwijderd. Bewaak de vitale functies, zuurstofsaturatie en ademgeluiden van de patiënt gedurende enkele uren na de procedure. Controleer het verband op drainage of bloeding. Meld eventuele abnormale bevindingen aan de zorgverlener.